Citaat: "Schoonheid kun je enkel in de ogen sluiten en in de kamers van het hart vergrendelen. Daar hoeft niemand voor op pad, want wie niet weet dat binnen elke omgeving talrijke schoonheidsvarianten zich vindbaar verscholen houden, zoekt te ver."
Marc Pairon (°1959 te Wilrijk) Zijn debuutroman De kinderspelen, verschijnt op 20 november 2013, de Internationale Dag van de Rechten van het Kind. Centraal staat een verhaal over goede en minder goede tijden samen in een relatie, samen gelukkig zijn, samen oud worden, de ene die verstandelijk afhaakt en de andere die dat probeert op te vangen, kortom voor een stuk de film Amour in een stevige en ontroerende brok literatuur. Paboel, stamvader van de noordelijke Spelende Kinderen beleeft met zijn wederhelft, Droezel, die geestelijk aan het aftakelen is, maar die hij niet tegenstaande nog altijd de beste helft van zijn leven noemt, de winter van hun leven. Ter gelegenheid van een zoveelste jaarwisseling wil hij het geheugen van zijn eega nog eens opfrissen. Een van die oefeningen van hersengymnstiek is het voor de geest halen van hun kinderen. De stammoeder is echter zelf niet meer in staat alle voornamen van hun eigen kinderen te herinneren. Het was vanaf het prille begin zijn idee geweest aan hun kinderwens de vrije loop te laten. Hij hoopte dat een kroostrijke omgeving de bittere smart over zijn eigen onterende jeugdjaren gaandeweg zou verzachten. Van kindsbeen af was Mijnheer Bruegel, de schepper van het portret van De spelende kinderen zijn absolute held. Zijn eigen vader had hij nooit gekend, die was als twintiger ongelukkigerwijs springlevend op een sterfbed gaan liggen, waarna zijn stiefvader hem jarenlang seksueel gebruikte. Hoe meer hij het onbegrip over dat schreeuwend onrecht wikte en woog, hoe dapperder hij tijdens die jeugdjaren met de moed der wanhoop vocht. Gelukkigerwijs, kreeg hij als prille tiener een foto onder ogen uit het familiealbum van de Bruegels. Dat kroostrijke gezin was overduidelijk vervuld van liefde, kinderen die vragen, worden daar nooit overgeslagen! Paboel, ook wel hij die met Mond van Vrouw Spreekt genoemd,wilde nooit meer aan zijn moeder herinnerd worden, want hij hield haar hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor de schrijnende periode van schande en verderf. Door zijn ingrijpende jeugdervaringen had hij kostbare tijd aan boosheid verspild en teerde hij jarenlang op de verlichtende wijsheden van zijn echtgenote. Hoewel het ouderpaar aan het warme onthaal van het platteland verknocht was, verhuisden ze destijds noodgedwongen naar de koele havenstad, waar ze bleven hunkeren naar hun knusse dorp aan het heidereservaat. Daar waren ze geboren en getogen en hadden ze elkaar daags na een welbepaalde zonnewende leren kennen. Ze kregen samen een heel kinderschaar en leefden volgens de regel dat je pas van een succesvol leven kan spreken wanneer je kinderen volmaakt gelukkig zijn. 'De langstlevende, degene die op het einde nog fris is van geest, is verantwoordelijk voor de juiste overlevering en moet ons verhaal verder vertellen・had Parboel ooit tegen zijn vrouw Droezel gezegd. En die belofte komt hij nu na. De kinderspelen is een prachtige en sprookjesachtige roman een parabel over mensen met een een ongebreidelde levensfilosofie die liefde, eenvoud en kinderlijke naïviteit tot een na te te streven levensvorm promoten. Het is een bijzonder vlot geschreven werk dat niettegenstaande sommige zware thema's zoals dementie, kindermisbruik en dergelijke meer, over een fluwelen humor beschikt. De humor en de poëzie die over elke bladzijde schuifelt maken van dit werk een bijzonder iets.